Baltische assemblee: wederzijdse erkenning van diploma’s

Op vrijdag 8 maart 2024 vond in Vilnius een vergadering plaats van het Education, Science and Culture Committee & het Health, Welfare and Family Committee van de Baltische assemblee. Vertegenwoordigers van het Benelux Parlement, de Baltic Assembly en de Noordse Raad konden er van gedachten wisselen over de wederzijdse, automatische, erkenning van diploma’s. De Benelux landen en de Baltische staten sloten reeds eerder een multilateraal verdrag over de automatische wederzijdse erkenning van diploma’s in het hoger onderwijs en zijn hierin voorlopers in de Europese Unie, die tegen 2025 tot een geïntegreerde Europese Onderwijsruimte wil komen. Ook in de Noordse Raad staat dit thema hoog op de agenda, maar ondanks herhaald aandringen kan vandaag nog steeds geen concreet resultaat worden voorgelegd.

In Vilnius werd tussen de vertegenwoordigers van de betrokken assemblees een debat gevoerd over de uitbreiding van de wederzijdse, automatische erkenning van diploma’s, niet enkel naar andere landen toe, maar ook naar beroepskwalificaties in het hoger secundair onderwijs. Daarbij rijzen heel wat concrete vragen, bijvoorbeeld op het vlak de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. Voor de Noordse, Baltische en Benelux landen mag dit geen probleem vormen. Hun onderwijsstelsels zijn immers erg vergelijkbaar en de onderwijsprogramma’s worden steeds meer op mekaar afgesteld om de beoogde kwaliteit te kunnen garanderen. Maar dit geldt niet noodzakelijk voor andere landen die willen toetreden. Ook de arbeidsmarkt kan erg verschillend zijn van land tot land. Tenslotte is de vraag of dit alles wel haalbaar is tegen 2025, en of een meer stapsgewijze aanpak uiteindelijk niet wenselijk is.

Voor Patricia Creutz, die als ondervoorzitter van het Benelux Parlement deelnam aan deze ontmoeting, is het kernwoord : vertrouwen. Zij herinnert eraan dat ook de wederzijdse, automatische erkenning van diploma’s in de Benelux er niet vanzelf is gekomen en pas kon worden gerealiseerd na langdurig en herhaald aandringen. Vanzelfsprekend moet worden geluisterd naar onderwijsspecialisten en hun eventuele principiële en praktische bezwaren, onder meer op het punt van de talenkennis. Uiteindelijk is het echter belangrijk dat op het politieke niveau een pad wordt uitgetekend. De arbeidsmarkt vraagt immers een steeds grotere mobiliteit dan vroeger en ook studenten zelf zijn veel mobieler.

Bij een uitbreiding van de wederzijdse, automatische erkenning van diploma’s is het tenslotte belangrijk om te leren uit de ervaringen op het terrein en te luisteren naar wat werkgevers, onderwijsspecialisten en, niet in het minst, de studenten zelf te vertellen hebben. Het Benelux Parlement zal, tijdens zijn plenaire zitting in december 2024, een themadebat wijden aan deze aangelegenheid. Op basis daarvan kan worden nagegaan welke volgende stappen mogelijk zijn.