Britse ambassadeur over Brexit

Mevr. Alison ROSE, de Britse ambassadeur in Brussel, herhaalde het voorstel van Premier Theresa May voor een bijkomende periode van 2 jaar om de overgang van de Brexit te verzachten. Hoewel het Verenigd Koninkrijk dan geen deel meer uitmaakt van de Europese Unie, de Europese Raad en het Europees parlement, toch zou de relatie in die periode gebaseerd zijn op de bestaande regels inzake de eenheidsmarkt, het vrije personenverkeer en de rechtspraak van het Europees Hof.

Na die extra overgangsfase moet er een nieuw partnerschap komen, ergens tussenin de Europese economische ruimte (zoals Noorwegen) en het traditionele vrijhandelsakkoord (zoals het CETA-akkoord met Canada) in.

De CETA-piste volstaat niet voor Prof. HOFMANN (Robert Schuman Institute for European Affairs), vermits diensten daarin grotendeels ontbreken. Volgens Prof. Alexander MATTELAER (Egmont-instituut) slikt de Britse kiezer  de Noorwegen-piste echter niet. Hoewel kamerlid Vincent VAN QUICKENBORNE samen met de ambassadeur voorstander is van een middenweg-oplossing, vreest hij dat bij weglating van het vrij personenverkeer uit die regeling, andere E.U.-landen dit voorbeeld zullen willen volgen.

Op de plenumvergadering van het Benelux-parlement op 15 juni 2018 vindt een debat plaats over de gevolgen van de Brexit voor de Benelux-landen.

Op vrijdag 9 februari 2018 belichten Sascha Bremer (Luxembourg for Finance), Mark Dijk (haven Rotterdam) en vertegenwoordigers van de havens van Antwerpen en Zeebrugge de economische gevolgen van de Brexit. In april 2018 brengt een delegatie van de commissie een werkbezoek aan Londen.

Van l. naar r. op de foto: De professoren Alexander Mattelaer en Herwig Hofmann en ambassadeur Alison Rose