Bedreigt militaire samenwerking onze nationale souvereniteit ?

De kernvraag op het themadebat over militaire samenwerking van 27 maart 2015 is hoe je nationale souvereniteit daarmee verzoent.

Bedreigt militaire samenwerking onze nationale soevereniteit of biedt ze nieuwe kansen?

Daarover buigen het Beneluxparlement én de Defensiecommissies van de Belgische, Nederlandse en Luxemburgse parlementen zich tijdens het themadebat van het Beneluxparlement op vrijdagnamiddag 27 maart 2015.

Praktijkvoorbeelden

In haar inleiding gaat Maya DETIEGE als voorzitster van het Beneluxparlement in op de militaire samenwerking bij een terreuraanslag of de bedreiging van de energiebevoorrading. De Letse defensieminister Raimonds VEJONIS belicht vervolgens  de prioriteiten van het Letse voorzitterschap van de EU-Ministerraad, de Baltische militaire samenwerking en de Baltic Air Policing. Praktijkvoorbeelden van militaire samenwerking, zoals Air Defence en operatie Atalanta, worden aangereikt door voormalig NAVO-secretaris-generaal Willy CLAES, Margriet Drent van het Clingendael-instituut, de Belgische kolonel D. Polomé en de Nederlandse Kapitein ter Zee Sim Schot.

Parlementair debat

In het debat over de parlementaire controle komen zowel de Defensiecommissies van de drie landen als de Beneluxparlementsleden volop aan het woord. N-VA-kamerlid Marc HENDRICKX en VVD-Tweedekamerlid Joost TAVERNE leiden de discussie in goede banen. Het debat wordt afgesloten met een sterkte-zwakte analyse, de vraag of de parlementaire procedures hervormd moeten worden en hoe een parlement moet omgaan met gevoelige militaire inlichtingen.

​Tijdens het afsluitende rondetafelgesprek krijgen de parlementsleden gerichte vragen te verwerken over het commando van internationale operaties en de grenzen van de soevereiniteit en of ze een gedeelde commandostructuur of een beurtrol verkiezen. De Belgische defensieminister Steven VANDEPUT formuleert de conclusies.

Programma